![]() |
![]() |
|
Lengte: ca 1 m 83 Gewicht: 68 kg (1932) Ogen: blauw Haar: donker bruin Huwelijken: (1) Louise Hansen, danseres (1933 - vr. nov 1938, gescheiden) (2) Georgia Aleda Leavenworth, zangeres bij big band, radio (30 nov 1938 - 19 okt 1962, gescheiden) Kinderen (geadopteerd) Georgette L. en Robert R. (3) Mary Delores Jezick, secretaresse (4 nov 1962 - 7 nov 1998, haar dood) Zuster: Laurise Valerie Koury (Mangold) (5 aug 1914 - 15 feb 1948) |
|
Reginald St. George Koury, beter en beroemd bekend als “Rex Koury,”
werd geboren als zoon van George Koury (Syriër) en Dora Mary Cameron
(Iers) in Groot-Londen,
Engeland op 18 maart 1911. Hij bracht zijn eerste twee levensjaren door
in Egypte, voordat zijn ouders naar Amerika emigreerden aan boord van de
United States Mail Steamer St. Louis van Southampton en
Cherbourg naar New York, aankomst op 16 augustus 1913 waarna ze zich
zouden vestigden in Elizabeth, New Jersey. Op veertienjarige leeftijd wist Koury de organist van het plaatselijke Cranford Theater in New Jersey te overtuigen om hem de filmtrailers gratis te laten begeleiden. Terzelfdertijd werd hij organist in de St. John’s Church in Elizabeth, New Jersey. In deze periode studeerde hij bij de toonaangevende theaterorganist van het land. Zijn optredens werden zo goed ontvangen dat zijn taken al snel werden uitgebreid. Vanaf dat moment nam hij zich voor om organist te worden (1927–1929) en mocht zich dan ook op 16-jarige leeftijd de jongste professionele theaterorganist van het land noemen. Rex Koury’s muzikale opleiding omvatte studies bij verschillende vooraanstaande leraren, onder wie Ernst Toch, dr. Bauman Lowe, dr. Wesley Turtelott en dr. Erno Rapee. Diploma, Batten High School. |
|
Op drieëntwintigjarige leeftijd bekleedde hij orgelposities in
verschillende bioscopen, waar hij speelde in lokale stommefilmtheaters
(Elizabeth, Hillside NJ, 1927–1929; Rahway Theatre, NJ,
1928) en een contract had met RKO Proctor’s Fourth Street Theatre
in Troy, waar hij werd aangekondigd als “The Youngest Professional
Organist in America.” Een van de recente hoogtepunten van organist Rex Koury, die zijn populariteit bij het publiek in Troy duidelijk liet zien, was zijn zogenaamde “Request Program.” Voor deze uitvoering werd een speciaal ontworpen, modern ogend doek gebruikt. Hierop werd een filmframe geprojecteerd met tientallen brieven van het publiek waarin nummers werden aangevraagd. De brieven veranderden vervolgens in tekst op het scherm, waarin werd uitgelegd dat het vanwege de enorme hoeveelheid post onmogelijk zou zijn om elk verzoek volledig te spelen. Koury zou daarom van elk nummer slechts een paar maten spelen, zoveel mogelijk binnen een tijdsbestek van zeven minuten. Vervolgens reageerde Koury muzikaal door het nummer “How Am I to Know?” te spelen, gevolgd door een dia waarin hij om meer verzoeken vroeg en beloofde deze bij toekomstige optredens te spelen. In totaal voerde hij dertig stukken uit tijdens het Request Program. Elk stuk werd uitgevoerd met een iets andere combinatie en stijl, waardoor ze naadloos in elkaar overgingen. Het programma bouwde op naar een dramatisch hoogtepunt met de “RKO March,” dat het publiek op de banken bracht. De showmanship van Koury zorgde ervoor dat hij veel besproken werd in Troy. Hij trad vervolgens op als solo-organist in RKO-bioscooppaleizen in heel de staat New York, delen van New England en in New York City. (1929-34). Zo bracht hij bracht zelfs een complete vaudeville-show (Troy Proctors 4th St, Nov 1931) tijdens een van zijn recentste orgelsolo’s, en deed dat zó goed dat hij bij verschillende voorstellingen het publiek letterlijk plat kreeg. Hij noemde deze nieuwigheid Vaudeville à la Rex Koury en opende met een inleidende dia terwijl hij het nummer “Voice of the RKO” speelde. Daarna volgde een imitatie van het orkest dat de ouverture speelde, gevolgd door parodieën op vier vaudeville-acts. De solo werd op slimme en verzorgde wijze gepresenteerd. Veel toeschouwers lieten weten dat dit een van de beste solo’s was die deze organist ooit had gebracht. |
|
![]() Boven: Rex tekende een vierjarig contract met RKO Radio en werd aangekondigd als: “The World’s Youngest Organist – The Voice of RKO: R–Rex K–Koury O–Organist.” |
|
![]() |
|
Hij had een tweewekelijkse radioshow op WGY in Schenectady, getiteld Cinema Time. Daarnaast runde hij de Rex Koury School of Music voor beginnende en gevorderde studenten. Rond augustus 1930 maakte zijn moeder, mevrouw Koury, een reis naar Troy om haar zoon te bezoeken. Terwijl ze uit een bus stapte, kwam ze ten val en ontwikkelden zich later complicaties. Mevrouw Koury werd met spoed naar het City Hospital in Elizabeth gebracht. Op 29 oktober kreeg ze een inwendige bloeding, en na verschillende bloedtransfusies werd haar toestand als kritiek beschouwd. Rex keerde terug naar zijn huis in Roselle, New Jersey, als reactie op een dringend bericht van zijn vader waarin stond dat zijn moeder waarschijnlijk niet langer dan 24 uur meer te leven had. Ze overleed op 4 november. Rex Koury (uit Cranford, New Jersey, RKO Palace) nam ontslag en vertrok naar San Diego, Californië, waar hij huwde met Louise Hansen. Zij was danseres en trad ondermeer op in Paramount on Parade (Paramount, 22 apr 1930), The Vagabond King (Paramount, 14 feb 1930) en andere producties. Koury verwachte zich te vestigen in Los Angeles of Hollywood. Mevrouw Hansen runde in San Diego een muziek- en dansschool. (Variety, maart 1933) Dit kwam net op tijd want de theaterorgelindustrie begon te vervallen. In Hollywood, bouwde hij een veelzijdige carrière uit als dirigent, pianist en componist voor diverse filmstudio’s. Hij bleef optreden als organist, zowel in concerten als in radiouitzendingen. Hij sloot zich aan bij verschillende rondreizende dansorkesten, waaronder die van Teddy Mack en George Hamilton. Op drieëntwintigjarige leeftijd werd hij volwaardig lid van de Musicians Union Local 47.
Op vijfentwintigjarige leeftijd sloot hij zich aan bij George Hamilton and
his Music Box Band, die door het land toerde met het dansduo Veloz en
Yolanda. Daar ontmoette hij een zangeres die optrad onder de naam Georgia
Leath. |
In het achtste en laatste seizoen van de radioserie The Adventures of Ellery Queen (ABC, 27 nov 1947 – 27 mei 1948) was hij de vaste organist. Vanaf 1938 componeerde en dirigeerde hij muziek voor tal van radioseries als studiobroadcaster en speelde hij voor programma’s als Ellery Queen, The Amazing Mr. Malone en Fibber McGee and Molly (1941). De muziek van Koury was te horen op zowel het Red- als het Blue-netwerk van de National Broadcasting Company. In 1940, op negenentwintigjarige leeftijd, was hij orkestleider bij radiostation KMPC in Los Angeles. Daar had hij zijn eigen radioshow Fiesta with Rex Koury and the Caballeros. Op het Red-netwerk stond hij bekend onder zijn eigen naam, maar op het Blue-netwerk trad hij op onder het pseudoniem Roy St. George. Rex speelde korte tijd met de Glenn Miller Band voordat hij zich in 1942, tijdens de Tweede Wereldoorlog, aanmeldde bij het leger. Hij trad in december toe tot het leger en werd gestationeerd op het Douglas Army Air Field in Douglas, Arizona, als stafsergeant. Hij arrangeerde en dirigeerde de 410th Band en was tevens dirigent van het radio-orkest. In 1944 werd hij bevorderd tot meester-sergeant. Na zijn ontslag in 1946 keerde hij terug naar Hollywood en werkte bij NBC voordat hij overstapte naar ABC als vaste organist. In die periode was hij ook muzikaal leider voor Stars Over Hollywood bij CBS en Parade of Stars bij NBC. Rex kreeg eveneens erkenning voor het componeren van de beroemde NBC Chimes. Vervolgens werkte hij aan een ABC-programma getiteld Screen Guild Players, waarin vele bekende artiesten uit die tijd liedjes zongen uit hun meest recente Hollywoodfilms. Gedurende de jaren 1940 en 1950 verzorgde hij honderden pijporgeluitzendingen als solist voor zowel de NBC- als de ABC-netwerken, waaronder de radio-orkesten van Meredith Willson. |
|
In de daaropvolgende decennia bekleedde Koury functies als muzikaal leider bij verschillende Hollywoodstudio’s, waarbij hij componeerde en dirigeerde voor een breed scala aan televisieproducties. Vanaf 1949, door de jaren 1950 en 1960 heen—een periode die hij zelf graag omschreef als de “gouden tijd van de televisie”—schreef en dirigeerde hij muziek voor populaire series zoals The George Jessel Show, The Fugitive en het westernachtige themalied van Gunsmoke, zijn bekendste compositie, die oorspronkelijk werd geschreven als radiothema voordat het uitgroeide tot de herkenningsmelodie van de langlopende tv-serie. |
![]() |
Boven rechts: Niemand zal Rex Koury, pianist, aan het praten krijgen! De heer met het hoedje is Fred Astaire. De gezonde jonge dame is Judy Garland, die zich momenteel in Engeland bevindt en daar bewijst dat talent nog altijd alles overtreft. Het moment met de open mond werd vastgelegd tijdens een repetitie van de ABC Screen Guild Players. (Capitol News, mei 1951) | |
In oktober 1952, op eenenveertigjarige leeftijd, werd hij benoemd tot “ABC Western Division Musical Director”, verantwoordelijk voor zowel radio als televisie. Hij componeerde ook de hoofdmelodie en begeleidende muziek voor het radioprogramma Gunsmoke bij CBS. Als muzikaal directeur bij ABC had hij tien nationale programma’s die van kust tot kust werden uitgezonden. Daarnaast werd hij dirigent, arrangeur en componist voor het jaarlijkse Salvation Army of Stars Christmas Album. In 1953, op tweeënveertigjarige leeftijd, werd hij door Fortnight Magazine verkozen tot een van de “Top Performers of 1953.” Beginnend op 25 augustus 1954 leidde hij een orkest in de Cocoanut Grove van het Ambassador Hotel. Hij ontving de allereerste “Gold Cocoanut”-prijs voor het langstlopende engagement van veertien weken. Tot zijn gasten behoorden onder anderen Harry Belafonte en Judy Garland. Hij had ook drie programma’s op de Armed Service Radio: Gunsmoke, Music by Rex Koury en Cinema Time. Naast muziek had hij andere interesses, waaronder schilderen en modelspoorwegen. In 1955 werd zijn modelspoorbaan uitgelicht in Popular Mechanics. In 1956 kende Downbeat Magazine hem in de Film-TV Music Poll de prijs toe voor “Best Scoring of a Radio Series” voor Gunsmoke. |
|
![]() Boven: Gunsmoke is een Amerikaanse westernserie voor radio en televisie, gecreëerd door regisseur Norman Macdonnell (R) en schrijver John Meston. De verhalen spelen zich af in en rond Dodge City, Kansas, tijdens de kolonisatie van het Amerikaanse Westen. Het centrale personage is de wetsdienaar Marshal Matt Dillon, vertolkt door William Conrad (L) op de radio en James Arness op televisie. Rex Koury (midden) componeerde het themalied. Hier is hij te zien terwijl hij de “Bud Shank Flute”-prijs ontvangt van DownBeat Magazine (2 feb 1957). |
|
In 1955 en 1957 adopteerden Rex en Georgia respectievelijk twee
kinderen: Georgette L. en Robert R. In 1957 nam hij zijn vierde album op, Stairway to Heaven. In 1958 verliet hij ABC als muzikaal directeur en verhuisde naar Coeur d’Alene, Idaho, waar hij mede-eigenaar werd van het lokale radiostation KVNI. Hij schreef ook een compositie in e mineur voor strijkkwartet, die in Rome werd opgenomen door Radio Televisione Roma. In 1962 keerde hij terug naar Californië, waar hij op 4 november trouwde met zijn minnares en voormalige secretaresse, Mary De(o)lores Jezick (Peters), in Orange, Californië. Zij had vijf kinderen uit haar eerdere huwelijk met James Peters: James R. Peters, Joanne Peters, Denise M. Peters, Barry L. Peters en Bryon R. Peters. Toen hij overstapte naar de televisiewereld, werd Koury muzikaal directeur van verschillende spelprogramma’s, waaronder I’ll Bet en You Don’t Say, uitgezonden op NBC-zenders, en trad hij op met Monty Hall in Let’s Make a Deal. Na zijn verhuis naar Reno, Nevada in 1971 keerde Rex terug naar het theaterorgel en gaf hij tientallen concerten in de Verenigde Staten voor verschillende afdelingen van ATOS. Zijn programma’s waren zeer aantrekkelijk en technisch uitstekend uitgevoerd. Zijn hartelijke persoonlijkheid en gevoel voor humor maakten hem bijzonder geliefd bij het publiek. Zijn concerten eindigden vaak met het spelen van de herkenningsmelodie van Gunsmoke. Hij bleef dirigent van het Salvation Army of Stars Orchestra, jureerde de Amerikaanse finale van de 'Yamaha National Electone Organ Pops Competition', toerde door het land met concerten en nam het album Sincerely Yours op. In 1972 gaf hij minstens één groot concert per maand en was hij de eerste die het pas gerestaureerde Welte-orgel in Scotty’s Castle in Death Valley, Californië, bespeelde. Tot op de dag van vandaag is hij de enige die er een album op heeft opgenomen. |
|
![]() Boven: Rex Koury geeft een privéoptreden na het concert – de Walsh Worth Wurlitzer Waltz die hij componeerde. (1972) |
|
In de jaren 1970 en 1980 nam hij verschillende albums op die zijn
terugkeer naar de theaterorgelscène markeerden. Als actief en gerespecteerd lid van de American Theatre Organ Society (ATOS) werd Koury in 1977 verkozen tot lid van de Raad van Bestuur. Van 1983 tot 1985 was hij voorzitter en hij bleef daarna nog meerdere jaren actief binnen het bestuur. Hij behoorde tot de toonaangevende theaterorganisten van zijn tijd en trad op tijdens talloze ATOS-conventies en lokale concerten in de jaren 1970 en 1980. Zijn concertreizen brachten hem door de Verenigde Staten, Canada en Groot-Brittannië, waar hij naast theaterorgeloptredens ook klassieke orgelrecitals gaf. Koury werd uitgeroepen tot ATOS Member of the Year en opgenomen in de Hall of Fame van de organisatie. Hij bleef componeren: zijn Concerto for Theatre Organ and Orchestra, in opdracht van de Sussex Theatre Organ Trust in Worthing, Engeland, ging in oktober 1987 in première met een orkest van 65 musici, met Rex zelf aan het orgel. In 1988 werd hij opgenomen in de Theater Organ Hall of Fame. Gedurende korte tijd was hij voorzitter van de raad van bestuur van de kortstondig bestaande Koury Organ Company, die hoopte elektronische orgels te produceren voor kerk- en concertgebruik. |
|
![]() |
|
In zijn latere carrière
(1985–2001) componeerde Koury talrijke orgelsolo’s
en orgel-pianoduetten voor Lorenz
Publishing Co.. Zijn religieuze composities voor Lorenz
weerspiegelden vaak zijn gevoel voor theatraliteit en toonden zijn
opmerkelijke veelzijdigheid als zowel componist als arrangeur. In 1992
verhuisde hij naar Hot Springs, Arkansas. Rex was in elke stad waar hij
woonde organist en koordirigent in een plaatselijke kerk. In 1998, op
zevenentachtigjarige leeftijd, verhuisde hij naar Casper, Wyoming, waar
hij tot 2002 mede-organist was in de
First
Presbyterian Church. Als levenslang lid van Local 47 van de American Federation of Musicians werd Rex ook verkozen tot lid van de American Society of Composers, Authors and Publishers (ASCAP).
Rex Koury overleed in Casper, Wyoming op 29 mei 2006 op
vijfennegentigjarige leeftijd. Hij liet zeven kinderen en negen
kleinkinderen na. |
|
Notities: * Sommige bronnen geven 18 maart 1912 als geboortedatum. ** Hoewel Rex hen nooit formeel adopteerde, veranderden de jongste drie hun achternaam in 1975 wettelijk in Koury. *** Zij zong jarenlang op WWJ Detroit en ook op WGN Chicago, en toerde met het orkest van George Hamilton, waar ze haar echtgenoot ontmoette. De programma's of datums in het rood moeten nog bevestigd worden. |
|
Klik op Uncle Sam als je denkt ons te kunnen helpen...! ![]() |
|
Andere referenties
|
|
Dit profiel hierboven maakt deel
uit van
Ellery Queen a website on deduction.
Deze persoon was orgelspeler, componist voor een
deel van de Ellery Queen
radioverhalen. Vele van de profielen op deze site zijn samengesteld na zeer nauwgezet onderzoek van diverse bronnen. "Please quote and cite ethically!" |
|
Pagina aangemaakt 10 oktober 2025 Versie 1.0 - Laatste update 10 oktober 2025 |
t
e r u g n a a r L i j s t v a n
V e r d a c h t e n
|
Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie? | Q.E.D.
| Moord en
scene | Nieuw |
Auteursrecht![]() Copyright © MCMXCIX-MMXXV Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden. |