![]()  | 
				
![]()
DRURY LANE
      | 
  


| 
       
 Drury Lane werd geboren in New Orleans, Louisiana., op 3 november 
		1871 als de zoon van Richard Lane, een Amerikaanse treurspelspeler en Kitty Purchell een Engelse 
		music hall actrice. Hij kwam 
		prematuur ter wereld in de coulissen van een tweederangs stock theater "The 
		Comus" zijn vader afwezig (trok de wereld in) en zijn moeder gedwongen 
		om met acteren kost en inwoon te verdienen. Zijn moeder overleed tijdens 
		de geboorte. Drury werd opgevoed door zijn vader en trok van schouwburg 
		naar schouwburg. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij reeds op een podium 
		stond toen hij zeven was en zijn eerste belangrijke rol 
		speelde toen hij 10 was in Kiralfy's Enchantment (Boston 
		Theatre). Zijn vader 
		overleed aan pleuritis in 1887 en gaf zijn zestienjarige zoon nog een 
		laatste advies: "Wordt toneelspeler!"  | 
  |
      ![]()  | 
    
      Lang, slank en zeer vitaal ondanks zijn 60 levensjaren zag 
      hij er meer 40 uit ondanks zijn dikke witte haar. Zijn sterke klassieke 
      gezicht was jeugdig en rimpelloos. Ook in een van zijn vermommingen 
      verrieden zijn scherpe, diepliggende grijsgroene ogen zijn leeftijd niet. Links: Drury Lane - detail van de kaft voor The Philadelphia Inquirer krantenkanterne 1941. Tekening door W. V. Chambers.  | 
  
| Falstaff en Quacey | |
| Hij wordt bijgestaan door Falstaff, de butler en de kalende "bultenaar" Quacey, die voor 40 jaar diende als Lane's pruikenmaker en make-upartiest. Naargelang de situatie werd hij geadresseerd als "Caliban" of "Quasimodo". | |
| Patience Thumm | |
      
    	
		
	 In 
		de eerste boeken werd het bestaan van een dochter nooit vermeld maar in 
		de derde roman kwam hierin verandering met Miss Patience Thumm,
      de inspecteurs prachtige en slimme dochter. Deze had haar jeugd
      doorgebracht in Europa, en kwam terug naar New York na tien jaar om zich
      te vervoegen bij een door haar vader opgerichte detectiveagentschap. | 
  |
| Links boven: Patience Thumm in een tekening uit de Toronto Star Weekly van zondag 16 november 1946. | |
| De hiaat van tien jaar tussen de Y en Z tragedie is echter bevestigd door de twee eerste boeken die duidelijk niet in de jaren twintig plaatsvinden. Barnaby Ross had gewoon een laat idee om Patience in de cyclus binnen te brengen en om het detectivewerk van Lane over te nemen. Alhoewel de ideeën voor de twee laatste boeken prima waren zijn ze door haast en/of een gebrek aan aandacht letterlijk de mist in gegaan. | |
      
		     
		![]() Boven: Drury Lane tekening door R. De Anda voor The Tragedy of X.  | 
  |
| 
      De Grosset & Dunlap uitgave uit 1942 van The Tragedy of Z werd 
	voorafgegaan door een "nota van de auteur", getekend Ellery Queen 
		die verklaarde wat Drury tijdens die tien jaar deed: 
		"... In de tussenliggende periode loste Drury Lane vele vreemde en perplexe zaken 
	op. De meest interessante daarvan zullen we in de toekomst neerschrijven."
	 Jammer genoeg zijn, bij ons weten, die zaken nooit uitgeschreven. De Drury Lane reeks bleef wel niet bij een trilogie maar telde in totaal 4 verhalen ...  | 
  |
| 
       Aan het eind van het laatste boek is 
      Drury Lane dood; wat uiteindelijk toch moet aantonen dat Dannay en Lee 
      eenduidig de bedoeling hadden om de serie te beëindigen. In werkelijk 
      hadden de neven zich voorgenomen om hem te laten herrijzen om nog een 
      aantal zaken voor te schotelen, maar raakten jammer genoeg verstrikt in 
      geruzie met Viking, de firma die de 
       
 
  | 
  |

| 
     | 
  
| Inleiding | Plattegrond | Q.B.I. | Liist Verdachten | Wie?  | Q.E.D.
    | Moord en
    scene | Nieuw |
    Auteursrecht Copyright © MCMXCIX-MMXXV Ellery Queen, een website rond deductie. Alle rechten voorbehouden.  |